Het oorspronkelijke recept, dat in juli 2021 werd gepubliceerd, is volledig herschreven.
Falafel is zo’n gerecht waar ik nooit genoeg van krijg. Knapperig van buiten, zacht en kruidig van binnen — en eindeloos lekker in wraps, platbrood of op een frisse salade. Bovendien is falafel van nature vegetarisch, glutenvrij en verrassend simpel om zelf te maken. Ik laat je zien hoe je het doet én geef je drie manieren om ze te bakken, zodat je altijd kunt kiezen wat voor jou het beste uitkomt.
Falafel is een klassiek gerecht uit de Midden-Oosterse keuken, gemaakt van gemalen kikkererwten, verse kruiden en specerijen. Van die heerlijke mix maak je kleine balletjes of platte burgertjes. Vervolgens bak of frituur je ze tot ze een knapperig korstje hebben, terwijl de binnenkant lekker zacht blijft. Je vindt falafel vaak als streetfood (of straatsnack, als we het zo willen noemen), maar het is ook een vast onderdeel van mezze — een tafel vol kleine gerechtjes, een beetje zoals tapas.
Frituren
Verhit een flinke laag olie in een pan. Als de olie op temperatuur is, laat je de falafel voorzichtig in de olie glijden. Frituur ze in ongeveer 2 minuten goudbruin. Schep ze eruit en laat uitlekken op keukenpapier.
Koekenpan
Verhit een scheut olie in een koekenpan. Leg de falafel erin en bak ze 2-3 minuten per kant, tot ze mooi goudbruin zijn. Laat ze uitlekken op keukenpapier.
Oven
Verwarm de oven voor op 220°C. Bekleed een bakplaat met bakpapier en spray deze licht in met olie. Leg de falafel erop en bak ze 25-30 minuten, keer ze halverwege om. Gebruik je een siliconen bakmat? Reken dan op iets minder knapperigheid.
Zelf gebruik ik meestal de koekenpan: je hebt minder olie nodig dan bij frituren en het is sneller klaar dan in de oven. Voor mij de ideale middenweg.
Gedroogde kikkererwten - Voor echt goede falafel heb je gedroogde kikkererwten nodig. Die uit blik zijn te zacht en laten je falafel uit elkaar vallen. Ik spreek uit ervaring — geloof me, het is de moeite waard om ze zelf te weken.
Koriander en peterselie - Deze geurige kruiden geven niet alleen volop smaak, maar zorgen er ook voor dat de binnenkant van je falafel prachtig groen kleurt.
Baking soda - Niet te verwarren met bakpoeder! Een snufje baking soda maakt de falafel lekker luchtig en geeft net wat meer bite.
Kokosmeel - Een beetje meel bindt alles mooi samen en zorgt dat de balletjes hun vorm houden tijdens het bakken. Ik gebruik kokosmeel, maar kikkererwtenmeel of een ander glutenvrij meel werkt ook prima.
Avocado-olie - Mijn favoriet om in te bakken: deze olie kan hoge temperaturen aan en heeft geen overheersende geur. Ideaal voor falafel.
Falafel is op z’n best als je ze direct na het bakken eet — warm, knapperig en vol smaak. Stop ze in een pitabroodje, rol ze in een wrap of strooi ze over een frisse salade. Mijn persoonlijke favoriet? In Libanees flatbread. Dat is flinterdun als een wrap, maar kun je openmaken als een pita. Echt het beste van twee werelden.
Of je ze nu in een pita stopt, over een salade strooit of serveert bij een mezze tafel: zelfgemaakte falafel is altijd een goed idee. Probeer gerust de verschillende bakmethodes uit en ontdek wat jij het lekkerst vindt. Heb jij een favoriete manier om falafel te eten? Laat het weten, ik vind het leuk om te horen!
Zelfgemaakte falafel van kikkererwten, kruiden en specerijen. Knapperig van buiten, zacht van binnen en makkelijk te maken. Kies uit drie bakmethodes: frituren, bakken in de pan of in de oven. Heerlijk in wraps, salades of als onderdeel van een mezze.