Aloo paratha komt oorspronkelijk uit de Punjab-regio in Noord-India en is daar echt een klassieker op het ontbijtbord. Je vindt het in dorpskeukens, langs de weg bij dhaba’s én op zondagse ontbijttafels thuis, vaak geserveerd met wat ghee erbovenop. De combinatie van simpel deeg en gekruide aardappelvulling is niet alleen vullend maar ook hartverwarmend. En hoewel het traditioneel als ontbijt wordt gegeten, is het eigenlijk op elk moment van de dag een feestje.

3x Raita: fris, kruidig en verrukkelijk
Ga je voor de ui-tomaat raita, granaatappel raita of de klassieke komkommer raita? Maak ze gewoon alledrie!
Wat zit er in je aloo paratha?
- Aardappel (aloo): De vulling is gebaseerd op gekookte aardappelen, die zorgen voor een zachte, stevige binnenkant vol comfort.
- Ajwain: Deze kleine zaadjes helpen bij de spijsvertering en geven een subtiele, kruidige bite.
- Aamchur: Gedroogd mangopoeder dat een frisse, lichtzure kick toevoegt aan de vulling.
- Atta: Volkorenmeel dat zorgt voor een voedzame, licht nootachtige buitenkant.
- Koriander en chili: Verse koriander en groene chili’s brengen levendigheid en pit in het gerecht.
- Specerijen: Garam masala, chilipoeder en gemalen komijnzaad brengen die warme, diepe smaak die je van een goede paratha verwacht.

Supersnelle tomatensaus 🌶️
Klaar in een handomdraai en met een beetje pit is dit een heerlijke saus bij paratha’s.
Atta vs Volkorenmeel
Atta is het hart van heel veel Indiase keukens – letterlijk het meel waar dagelijks chapati’s, roti’s en paratha’s mee worden gemaakt. Het is fijngemalen volkorenmeel van harde tarwe (meestal durum), en dat proef je: het heeft een licht nootachtige smaak en een stevige, maar zachte beet na het bakken. In tegenstelling tot Westers volkorenmeel is atta nét iets fijner van structuur, waardoor je er soepel deeg mee kunt kneden dat niet zwaar of korrelig aanvoelt. Ideaal dus voor die perfecte, zachte paratha met een licht krokante buitenkant.
Ik heb roti ook wel eens gemaakt met gewoon volkorenmeel – gewoon dat van de Appie – en eerlijk, het is prima te doen. Maar het haalt het niet bij roti van atta. Gewoon volkorenmeel is wat grover, je merkt echt die korreltjes, en daardoor krijg je een wat zanderige structuur in je deeg. Niet verkeerd voor een keertje, maar als je van plan bent vaker Indiaas platbrood te maken, dan is atta echt de moeite waard. Je deeg wordt zachter, je roti’s soepeler – gewoon net even beter.
Aloo paratha
Aloo paratha is zo’n ultiem comfortfood uit Noord-India: zacht deeg gevuld met kruidige aardappelpuree en lekker krokant gebakken. Perfect voor een stevig ontbijt of als warme lunch. Serveer met raita, pickle of gewoon een dot plantaardige boter.

Ingrediënten
Deeg:
Vulling:
Overig:
Instructies
Zo maak je het deeg:
-
Doe de atta en het zout in een grote kom en meng even door. Voeg dan beetje bij beetje water toe terwijl je begint te kneden. Zodra het deeg samenkomt, voeg je de olie toe en kneed je rustig door tot je een soepel en zacht deeg hebt. Smeer er een klein beetje olie overheen en laat het afgedekt 20 minuten rusten.
Dan de aloo-vulling:
-
In een kom gaan de gepureerde aardappelen, gemberpasta, groene chili, koriander, korianderzaad en ajwain. Strooi daar alle specerijen bij: chilipoeder, gemalen komijnzaad, garam masala, amchur en zout. Meng alles goed door met je handen of een lepel – zolang alles maar lekker gelijkmatig verdeeld is. Proef even of het op smaak is!
En nu: paratha’s maken!
-
Kneed het deeg kort door na het rusten. Neem een bolletje deeg (ten grootte van een golfbal ongeveer) en rol het uit tot een schijfje van zo’n 10 cm doorsnee. Leg in het midden een flinke eetlepel van je aardappelvulling.
-
Vouw nu de randen van het deeg naar boven, zodat je een soort buideltje maakt, en knijp de bovenkant goed dicht. Draai het om (zodat de naad naar beneden ligt), bestuif licht met atta en rol voorzichtig uit tot een iets dikke paratha. Geen zorgen als er wat vulling naar buiten piept – bestrooi dat met een weinig bloem.
-
Verhit een koekenpan op middelhoog vuur en leg de paratha erin. Na een minuutje, als de onderkant licht begint te kleuren, draai je ’m om. Smeer wat olie op de bovenkant en druk licht aan met een spatel. Draai nog een keer om en bak tot beide kanten mooi goudbruin en knapperig zijn.